Bevrijd je van het bekende
‘Je bevrijden van het bekende heet sterven – pas dan leef je echt’ - Krishnamurti
Een aantal jaren geleden beleefde ik mijn eerste Ayahuasca ceremonie. Eén om nooit te vergeten.
In het aanmeldingsformulier van de Ayahuasca-bijeenkomst staat de vraag: welke thematiek wil jij met Ayahuasca onderzoeken? Dat is niet moeilijk. Hoe raak ik de angst voor confrontaties kwijt, zodat ik voluit kan leven? De angst om voor gek te worden verklaard als ik volledig mijzelf ben. Hoe bevrijd ik mijzelf van mijn beperkende gedachten, in het bijzonder: ik ben niet goed genoeg? Hoe bevrijd ik mijzelf van dat diepe, maar pijnlijke verlangen naar de liefde van mijn leven? Hoe leer ik te voelen dat de liefde in mij zit, zodat ik bij mijzelf kan blijven? Hoe bevrijd ik mijzelf van die voortdurend terugkerende hang naar iemand buiten mij, waardoor ik mijn energie verlies? Hoe leer ik de pijn te aanvaarden, die ik al zo lang uit de weg ga?
Strikt volg ik de adviezen op. Drie dagen van tevoren eet ik weinig tot niets en drink ik geen alcohol. Ik kijk geen televisie en beperk mijn tijd achter de laptop zoveel mogelijk.
Liggend op een zacht matras met weldadige kussens om mij heen, laat ik de ceremonie vol vertrouwen over mij heenkomen. De ademhalingsoefeningen, de muziek en engelachtige begeleiders.
Al na het eerste glas Ayahuasca glijd ik onder de rustgevende klanken van chakramuziek langzaam in een roes. Bij het 6e chakra beland ik in een lucide droom en val ik diep, heel diep. Alles… gaat… heel… erg… trrraaaaaaag… zooooo… trrraaaaaaagggg… En steeds dieper val ik. Er zijn eigenlijk geen woorden die kunnen beschrijven wat er gebeurt. Om mij heen is een magische Harry Potterachtige wereld, maar er is zoveel meer. Alle kleuren zijn zuiver, ieder geluid is maagdelijk, de muziek is puur en het is er allemaal tegelijk. Soms zijn de beelden en geluiden heel dichtbij, maar dan weer heel vaag of ver weg. Iemand schreeuwt, of is het huilen? De tijd verloopt extreem traag. Minuten lijken uren.
Wanneer komen ze nu toch met het beloofde tweede glas Ayahuasca? Misschien moet ik mijn masker af en oordoppen uit doen. Iemand raakt mij aan. Praten gaat heel moeizaam omdat mijn tong dik is en niet meer doet wat ik wil. In slow motion breng ik uit dat ik al zooooo diep zit. Mijn armen en benen beweeg ik in diezelfde slow motion in kwadraat.

Mijn lichaam begint steeds heftiger te bewegen en ik schok bijna van mijn matras af. Dan voel ik dat iemand bij mij komt zitten en mij overeind helpt. Het is of alles in mijn lichaam vanuit mijn tenen omhoog borrelt. Het moet eruit! Ik ruk mijn oogmasker af en wijs naar het teiltje. Met een niet te beschrijven oerkracht braak ik voor mijn gevoel alles uit wat in mijn lichaam zit, maar door de lege maag komt er alleen wat spuug. Na het kokhalzen blijf ik voorovergebogen zitten. Liefdevol word ik over mijn rug gemasseerd. Met haar vingers gaat de begeleidster over mijn ruggengraat omhoog tot over mijn hoofd, alsof ze overal hele fijne stippeltjes zet. Een paradijselijk gevoel houdt mij volkomen in mijn lijf. Het denken is uitgevallen en ik ervaar puur wat gevoeld mag worden. Iedere sensatie is een wereld op zich en wordt dankzij mijn open bewustzijn vervolmaakt. Niet alleen mag alles er zijn, het is ook nog eens pure schoonheid en harmonie.
Na haar tedere aanrakingen val ik terug in de behaaglijke kussens. Dan pas voel ik dat er tranen en snot over mijn gezicht lopen. Het doet er niet toe waarom ik zo heftig moet huilen. Wat moet gebeuren, gebeurt.
Een poosje lig ik rustig, alsof ik slaap, maar dan komen mijn heftige hoofdbewegingen terug. Het gaat zo snel dat ik mij niet kan voorstellen dat ik dat zonder Ayahuasca kan doen. De gekke geluiden en grimassen komen ook weer voorbij en af en toe klink ik als een krijsende baby. Zodra ik merk dat iemand bij mij komt, schud ik heftig van ‘Nee’ en ik steek mijn tong uit. Zonder de woorden uit te spreken laat ik haar weten: “Kssssst!! Weg jij! Je hoeft mij niet te helpen. Ik doe lekker gek als ik dat wil. Ík ben de heks! Ík ben de draak! Ík ben volledig gestoord! Het maakt mij geen reet uit wat jij ervan vindt.”
De sessiebegeleider zegt iets voor de hele groep, maar ik versta zijn woorden niet. Allerlei vragende geluidjes braak ik uit, terwijl ik met mijn schouders omhoogkom. Ineens weet ik waarom god mij die schouders heeft gegeven: om ze op te halen. Wat kan het mij ook schelen? Ik hoef niet alles te weten. Als het belangrijk is, vertelt hij het nog maar een keer. Zo niet, dan niet.
Alles wat ik mijzelf in de ‘normale wereld’ niet toesta, wordt hier ontketend. Dat voel ik tot in mijn botten. Het is onuitsprekelijk bevrijdend om zo luid als ik maar kan idiote geluiden te maken, de meest krankzinnige gezichten te trekken, mijn tong ver uitsteken en alles uit mijn lichaam te smijten. Mijn donkere kanten waren nooit eerder zo puur en zo zuiver en zo welkom.
“Jeetje, Loes,” zegt een begeleidster als ik mijn masker afzet en weer met een wakkere blik de wereld in kijk. “Jij bent maar liefst zes uur op reis geweest! Ik heb dat nog niet eerder meegemaakt dat iemand voor de eerste keer al op één glas zó diep kan gaan.”
Uit: ‘Held op geitenwollen sokken’
